wat komt: De poëzieperfomance Ligt Aan Waar Je Staat, die ik maakte als stadsdichter, staat nog twee keer op de planken dit jaar. Allebei gratis toegankelijk, data en details vind je onderaan, maar eerst: hoe ik Adèle Bloemendaal aan het worden ben en we dat allemaal zouden moeten worden.
Het wordt ons vrouwen in deze wereld niet gelukkig gemaakt en daarom is het van wereldbelang dat we zoveel mogelijk genieten. Dat was een van de laatste zinnen van mijn laatste brief. Het wordt, denk ik, de kern van mijn nieuwe show.
Dat proces moet ver vooruit gepland worden, maar als alles gaat zoals het hoort, zal ik volgend jaar rond deze tijd in de theaters staan als cabaretlegende Adèle Bloemendaal. Ik groeide met haar op; de liedjes, haar rol in Theo en Thea en het Tenenkaasimperium, de Bros-reclame, en mijn moeder die als de Adèle van het dorp mijn voorbeeld was; hoog blond haar, scherpe tong, gulle lach.
In mijn eerste grote interview bij Vrij Nederland, toen ik voor de BNG Literatuurprijs werd genomineerd, werd ik als schrijfster aangekondigd en schijn ik het volgende te hebben gezegd: “Schrijfster?! Ik doop die pen toch niet in mijn kút?’ zegt ze met haar deftige tongval.”
Ik was haar al voordat ik me er echt bewust van was. Adèle is een energie, een staat van zijn. Als ik het podium opga, roep ik haar op. Ik wil de mensen op het puntje van de stoel hebben, blozend en uitgedaagd, wakker gekust of geschud. Niet veilig in het donker achterover leunend, maar in opperste staat van, tja, van wat? Van leven, waarin alles ieder moment kan gebeuren en je zelf ook alles zou kunnen doen. Dat idee geeft me zin.
Adèle liep altijd met haar paspoort in haar zak, zodat ze ieder moment het vliegtuig zou kunnen nemen en verdwijnen. Ze was een notoire werkweigeraar als het haar artistiek niet aanstond of, en daar wordt te makkelijk over gedaan, als zij het niet meer aankon.
Ze was een buffelaar en werkte zich meermaals over de kop in een tijd dat het woord burnout niet bestond. Als jonge alleenstaande moeder stond ze op een gegeven moment elke dag op de tv-set, speelde zes avonden in een vast cabarettheater in Amsterdam en moest de zevende dag op tournee door het land. In haar biografie wordt ze ‘te wispelturig’ genoemd om echt lang in iets te spelen, maar ik vind het, als jonge moeder, niet heel gek dat ze in die periode ‘ineens’ stopt en verdwijnt.
Later wordt ze makkelijker in het nee zeggen. Ze gaat op wereldreis als ze zich weer eens over de kop heeft gewerkt en schrijft er een prachtige verhalenbundel over. Want schrijven kon ze ook. Ze had een column in de Privé, die net was opgericht en natuurlijk te min was voor de culturele elite, maar ze kon Carmiggelt eruit schrijven met haar situatieschetsen in de kroeg en liefde.
Haar carnavalshits (die zij vooral opnam voor het geld en met frisse tegenzin zong) zijn het bekendst, maar haar geëngageerde liedjes zoals Van de Gekken!, over activisten in een ondergaande wereld en het nummer Goede Oude Tijd over vrouwenonderdrukking en incest in die zo geroemde goede oude tijd, luisteren alsof ze vandaag geschreven zijn. En ze zijn ook nodig in deze tijd, waarin het macho-ideaal van de sterke man weer regeert (letterlijk). Daartegenover moet tegenwicht staan: een sterke vrouw die ze lachend op hun plek zet. Die zich niet alleen inzet voor de wereld, maar ook weet dat ze zelf moet genieten, juist omdat het vrouwen niet makkelijk wordt gemaakt, omdat dat van wereldbelang is.
Daarom speel ik vanaf volgend jaar Adèle Bloemendaal. Omdat we, naast ons kwaad maken en de wereld een beetje beter maken, moeten genieten en geluk pakken, juist nu.
Islamunda is gratis te betreden en heeft plek voor iedereen.
Voor de show in Gallery Untitled (wat intiemere setting) moet je even een gratis stoeltje reserveren via chrisje@galleryuntitled.nl